In Q4 2023 en Q1 2024 werkten we hard om ZorgDomein in het kader van Welzijn Op Recept (WOR) te implementeren bij Combiwel, Civic, Dynamo, Doras, Dock, Doras en Versa Welzijn. Per 1 april 2024 ging dit systeem live, en het loopt in elk geval tot en met 2026. Nu zijn we erg benieuwd hoe het loopt. Is iedereen er tevreden mee? Lijkt het te leiden tot meer aanvragen WOR? En aan welke uitvoeringsknelpunten kunnen we meteen iets doen?
4 december 2024
Hieronder kort de bevindingen uit een tussenevaluatie onder dertien teamleiders en welzijnscoaches en zes verwijzers.
Het beeld dat de reacties van zowel de welzijnscoaches als de bevraagde doorverwijzers oproepen, is dat ZorgDomein een welkome aanvulling is op de communicatie. De voordelen privacy, correcte registratie en gebruiksgemak, (h)erkennen veel gebruikers en leidden er in verschillende welzijnsorganisaties toe dat het merendeel van de WOR aanvragen via ZorgDomein verloopt.
Toch ervaart niet iedereen de meerwaarde van ZorgDomein. Diverse respondenten verkiezen het gemak van vertrouwde middelen als e-mail, WhatsApp en telefoon. Vooral als er al een warme (één-op-één) band tussen doorverwijzer en welzijnscoach is. Dat manifesteert zich met name in direct, persoonlijk contact bij de doorverwijzing en in de (tussentijdse) terugkoppeling naar de doorverwijzer.
Daarnaast geven sommige respondenten aan dat de gebruiksvriendelijkheid van ZorgDomein (op punten) te wensen overlaat. Evenals de vindbaarheid van WOR op ZorgDomein. Deze opmerkingen hebben deels te maken met (nog) onbekendheid en met technische vragen met betrekking tot instellingen van de applicatie.
De vraag of ZorgDomein ook voor een kwantitatieve impuls van het aantal WOR-trajecten zorgde blijkt lastig te beantwoorden. Gevoelsmatig beantwoorden een aantal respondenten deze vraag met ja, maar statistisch kunnen we dit niet bevestigen.
Onderzoeker Tom Bouma merkte dat de meeste respondenten het fijn vonden om hun ervaringen te delen. De tussenevaluatie bleek een goed middel om de band tussen beleid en uitvoering te versterken en om snel actie te ondernemen op gestelde vragen. Zo bleek bijvoorbeeld dat de welzijnscoaches na de training nog wat nog technische vragen hadden. Toen zijn er meteen twee vragenuurtjes georganiseerd.
In de tweede helft van 2025 herhalen we een dergelijk onderzoek. Intussen gaan we aan de gang met de praktische aanbevelingen, zoals de verwijzers uitleggen dat ZorgDomein ook bedoeld is voor WOR.
Meer weten over de tussenrapportage? Mail welzijnoprecept@amsterdam.nl
Sinds oktober ’24 is Charissa Maduro aan het werk als stedelijk kwartiermaker aanpak Welzijn op Recept. Stadsbreed brengt zij Welzijn op Recept onder de aandacht van steeds meer partners en geïnteresseerden. Zij verbindt netwerken en onderzoekt hoe de interventie zich verder kan ontwikkelen.
4 december 2024
Ik ben een persoon met een groot sociaal hart. Daarmee bedoel ik dat ik een situatie altijd bekijk vanuit de mens(en) om wie het gaat. Ik ben geïnteresseerd in de methoden die er zijn om het leven een positieve wending te geven. Die benutten en randvoorwaarden scheppen om mensen verder te helpen in hun ontwikkeling, is mijn drive. Dit doe en deed ik in verschillende rollen, met name als projectleider, verbinder en bemiddelaar. Zo werkte ik onder meer in de arbeidsbemiddeling voor zorgpersoneel, talentontwikkeling voor jongeren en de laatste jaren als projectleider binnen zorg en welzijn bij Dynamo.
Ik hou van pionieren, de grote lijnen uitzetten, de partners erbij betrekken en er gewoon voor gaan! Dat was hard nodig in de tijd dat ik bijvoorbeeld het wijkzorgnetwerk opzette en versterkte door allerlei partijen vanuit zorg en welzijn, wonen, de gemeente en buurtinitiatieven met elkaar te verbinden.
Tot afgelopen oktober werkte ik als netwerkmanager vanuit de Buurtteams, met een aantal portefeuilles gericht op zorg. Eveneens een brugfunctie tussen partijen in Amsterdam Oost en de rest van de stad. Het doorontwikkelen van programma’s en samenwerkingen vind ik sindsdien steeds uitdagender.
Nu ben ik naast stedelijk kwartiermaker aanpak Welzijn op Recept zelfstandig therapeut en projectleider van een proeftuin palliatieve zorg in Oost. Dat laatste gaat vooral om bewustwording creëren. Iemand die palliatieve zorg nodig heeft, is niet meteen terminaal ziek. Juist de sociale ondersteuning is van groot belang voor een betere kwaliteit van leven. Hierin werk ik samen met partners in de medische en sociale zorg en sociale basis.
Tien jaar geleden, tegelijk met mijn verhuizing van Rotterdam naar Amsterdam, stapte ik van verbinder in de wijk via kunst en cultuur over naar verbinder tussen mensen via welzijn. Zo startte ik als bemiddelaar bij het vroegere ViiA, een uitzendbureau voor vrijwilligers in Amsterdam Oost. Ik koppelde mensen die in een isolement waren geraakt aan een maatje of activiteit die aansloot bij hun interesse(s) en zag daar zulke mooie voorbeelden van mensen die weer opleefden, door contact met anderen en iets te gaan ondernemen, dat ik besloot om helemaal voor welzijn te gaan.
Een keer kwam ik bij een meneer thuis voor een intakegesprek, waarna we een wandeling door de buurt maakten. Onderweg stopte hij en zei tegen me: ‘Dit is de eerste keer in tien jaar tijd dat ik zo met iemand over straat loop en een gesprek voer!’ Hij was al die tijd alleen geweest. Het maakte echt indruk op mij hoe hij uit zijn isolement kwam en weer ging leven. Dit zag ik ook bij andere mensen gebeuren: ik begeleidde een man na traumatische gebeurtenissen die niet meer over straat durfde, naar een veilige omgeving waarin hij zich sterk genoeg voelde om weer actiever te worden. Of bijvoorbeeld een jonge mevrouw met plotseling hersenletsel, voor wie het leven geen zin meer had, die ik koppelde aan een maatje waardoor ze weer aan het lachen was en helemaal opleefde.
Dit zijn verhalen die je hele leven lang bijblijven. Het is mooi als je hier een rol in kan spelen. Er was toen nog geen Welzijn op Recept, maar het is wel een beetje vergelijkbaar. Dus ik geloof heel erg in de meerwaarde en kracht ervan.
Ondanks dat ik het één op één contact met deze mensen zou missen, besefte ik me dat ik op managementniveau voor een grotere groep mensen verandering teweeg kan brengen. Daarom nam ik de nieuwe rol als projectleider Wijkzorg aan. Ik weet hoe traag processen kunnen verlopen, en hoeveel problemen er tegelijk kunnen spelen. Alleen, als ergens in het systeem of in de samenwerking iets niet goed gaat, dan mag het individu daar niet de dupe van worden. Ik probeer ervoor te zorgen dat we niet in praten blijven hangen en in actie komen.
Dus aan de ene kant heb ik een helicopterview en aan de andere kant ken ik de dagelijkse praktijk. Dat schakelen tussen beleid en de leefwereld van mensen neem ik mee in mijn nieuwe functie als stedelijk kwartiermaker aanpak Welzijn op Recept Amsterdam.
Ik ga onder andere kijken hoe Welzijn op Recept loopt in de verschillende stadsdelen. Sluit de vraag aan op het aanbod in de wijk? Bedienen we de mensen die we zouden moeten bereiken? We zien nu dat doorverwijzers vooral senioren aanmelden bij de welzijnscoaches, terwijl Welzijn op Recept geschikt is voor allerlei mensen met psychosociale problemen. Het belangrijkste is natuurlijk dat zoveel mogelijk Amsterdammers geholpen worden.
Daarnaast geef ik meer bekendheid aan wat Welzijn op Recept precies inhoudt, o.a. over de verschillende arrangementen, zodat huisartsen beter en sneller door kunnen verwijzen. En een andere belangrijke opdracht is om naar de aanpak te kijken op een stedelijk niveau, en deze verder te ontwikkelen met allerlei betrokkenen vanuit welzijn, de zorg en de gemeente. Verder richt ik me op het verbreden van de partners. Naast de huisartsen is een nauwere samenwerking met bijvoorbeeld paramedici, apothekers en de buurtteams van belang; zij komen mensen tegen die mogelijk baat hebben bij de ondersteuning van een welzijnscoach. Ook blijf ik samenwerken met bestaande partners zoals de Elaa en Roha.
Kortom, ik fungeer als schakel tussen zorgpartners en welzijnsorganisaties binnen heel Amsterdam. Mijn bevindingen stem ik af en toets ik in de praktijk tot er een advies uitkomt wat op bestuurlijk niveau bij SB020 (een samenwerkingsverband van welzijnsorganisatie, mijn opdrachtgevers) op tafel komt. In deze verdiepings- en kwaliteitsslag word ik bijgestaan door een klankbordgroep.
Het gaat echt om de doorontwikkeling van Welzijn op Recept. Alle ingrediënten zijn er al. Je ziet heel goed wat de werkzame elementen zijn. Wat ik zo mooi vind, is dat er in deze baan zoveel samenkomt. Ik sta dicht bij de dagelijkse praktijk en kan tegelijkertijd op beleidsniveau adviseren.
Wil je iets met me delen? Ik ben bereikbaar op CMaduro@dynamo-amsterdam.nl
Eind 2024 start de pilot farmacie in Amsterdam Nieuw-West. Hierin werken vijf apotheken samen met buurtteams en welzijnscoaches aan het verbeteren van de leefkwaliteit van hun buurtgenoten. “Het zorgverlenershart van de apotheker klopt zo voor dit traject!”
3 december 2024
Mensen die zichzelf zichtbaar verwaarlozen, hun medicijn niet ophalen, of voor een herhaalrecept liever aan de balie komen dan gebruikmaken van de medicijnkluis. Dit zijn enkele voorbeelden van de signalen die apotheekmedewerkers tijdens hun werk opvangen van mensen die mogelijk in armoede leven of eenzaam zijn. Hoe kunnen zij deze kwetsbare Amsterdammers helpen? Eind 2024 start de pilot farmacie in Amsterdam Nieuw-West. Hierin werken vijf apotheken samen met buurtteams en welzijnscoaches aan het verbeteren van de leefkwaliteit van hun buurtgenoten.
In gesprek met Ellen Welsing, beleidsmanager bij het Farmaceutisch Bureau Amsterdam, een belangenvereniging voor apothekers. Zij zette de pilot namens de vereniging samen op met Welzijn op Recept Amsterdam.
“De apotheek is meer dan alleen een ‘pillenwinkel’. Apothekers zijn medebehandelaars in de zorg, net als huisartsen. Ze geven uitleg over veilig medicijngebruik, adviseren over een gezonde leefstijl dat past bij een bepaald ziektebeeld en anticiperen op veranderende omstandigheden voor een patiënt. Als een diabetespatiënt bijvoorbeeld enorm afvalt, dan is het nodig om het medicijngebruik aan te passen. Ook geeft de apotheker het codewoord ‘Masker 19’ voor huiselijk geweld door aan het meldpunt en hebben zij aandacht voor ‘anderstaligheid’: vaak spreken medewerkers de moedertaal die in de wijk veel voorkomt.”
“De apotheker en apothekersassistenten zijn er in primaire zin op gebrand dat alle patiënten goed weten hoe ze hun medicijnen moeten gebruiken. Vermoedelijk schept de wijze waarop het apotheekteam vertelt over het medicijngebruik en in de gaten houdt of dit goed aankomt bij de patiënt, een bepaald vertrouwen. Ook, als iemand chronisch medicijnen neemt, dan komt deze persoon om de drie maanden langs voor een herhaalrecept. En je hoeft geen afspraak te maken. Je kan gewoon binnenlopen voor advies. Ik hoor van apothekers terug dat dit hun toegankelijkheid vergroot.
De apothekers willen graag iets betekenen voor de kwetsbare Amsterdammer. Maar hoe? Er was bijvoorbeeld een meneer die elke week opnieuw aan de balie stond en een praatje begon. Tijdens een medicatiebeoordeling bleek dat hij zich eenzaam voelde, waarop de apotheker elke week in zijn lunchpauze met hem is gaan wandelen. Dat is natuurlijk supergoed, maar eigenlijk heeft hij hier geen tijd voor. Door dit soort verhalen uit de praktijk dachten we: hoe kan dit anders?”
“Zorg en welzijn gaan nauwer samenwerken. Allereerst komen er bijeenkomsten waarin Welzijn op Recept en het buurtteam uitleggen waarvoor ze er zijn en wat ze doen. Als de apotheekmedewerker in de dagelijkse praktijk problemen signaleert, dan weet deze afhankelijk van de situatie, met wie er het beste contact opgenomen kan worden. Met medeweten van de patiënt. We willen de drempels zo laag mogelijk houden. Vervolgens legt de apotheker aan bijvoorbeeld de welzijnscoach de situatie uit en die neemt contact met de patiënt op. Daarna komt er een terugkoppeling aan de apotheker.
Voor we zover zijn is het allereerst belangrijk dat alle apothekersassistenten erop gespitst zijn om schrijnende situaties te herkennen, dit actief oppakken en er een nieuwe communicatiestroom ontstaat tussen ketenpartners, waarbij bestaande werkprocessen zoveel mogelijk in elkaar overlopen.
‘Stroomopwaarts werken’ noemen ze dat in de zorg, passend bij de landelijke trend om te voorkomen dat mensen medische zorg nodig hebben als er een persoonlijk probleem speelt. Daar heb je de welzijnssector voor. De koppeling met de huisarts en welzijnscoaches of het buurtteam is al langer gebruikelijk. Nu starten we met een proef van drie à vier maanden waarbij de apotheker een actievere rol in de preventie op zich neemt.”
“We zijn benieuwd naar wat de toegevoegde waarde precies is. Hoe vaak komt het in de praktijk voor? Hoeveel tijd heeft een apotheker hiervoor nodig? Is het zinvol om dit grootser uit te zetten en wat zijn daar de randvoorwaarden voor?
Daarnaast: apothekers zijn niet aangesloten bij ZorgDomein. We hebben een andere systematiek ontwikkeld om op een veilige manier met elkaar te communiceren. Hoe werkt dit en is dit handig? We monitoren het proces en kijken hoe de pilot zich ontwikkelt.
“Mensen binnen de farmacie willen graag beter zichtbaar zijn als zorgverlener. Ze zijn apotheker geworden, om bij te dragen aan een betere kwaliteit van leven voor de Amsterdammer. Met deze pilot krijgen ze eindelijk de ruimte om deze zorg te verlenen. Iedereen die ik tot nu toe hierover spreek is positief ingesteld. Het zorgverlenershart van de apothekers klopt zo voor dit traject! Ik denk dat als we dit voor elkaar hebben, het veel gaat betekenen voor de zorg. Het is nog een grote uitdaging, maar als we hier de komende maanden kleine stappen in kunnen zetten dan word ik daar heel gelukkig van.”
Sinds 2020 is Welzijn op Recept één van de interventies in de Monitor Sociale Basis. Hierin verzamelen we informatie over WoR in de stadsdelen en wijken van Amsterdam. Op 27 juni ’24 kwamen gebruikers bij elkaar om te praten over de doorontwikkeling ervan.
11 juli 2024
Naast Welzijn op Recept zijn er drie andere interventies in de monitor: Jongerenwerk bijeenkomsten, Actieve leefstijl (ALI) en Jongerenwerk coaching, dat in de plaats gekomen is van ‘Bewonersinitiatieven’, omdat deze op inhoudsniveau te veel verschilden per wijk.
De afgelopen anderhalf jaar werkte een datateam van de gemeente aan een nieuwe versie van de monitor, die door technische imperfecties nog niet op het niveau is waar projectleider Hugo Rensink op hoopte. Niettemin geeft de monitor voldoende stof om een goed gesprek over WoR te voeren. Wat gebeurt er in welke stadsdelen? Wie bereiken we? Waar bieden we de meeste ondersteuning? Wie verwijst mensen door?
De VNG bekijkt welke wijken het meeste voordeel kunnen behalen op het snijvlak zorg en welzijn. Per wijk is er een kwetsbaarheidscijfer. De gemeente wil inventariseren welke wijken kwetsbaar zijn en relatief weinig WoR-deelnemers hebben, en andersom: welke wijken die niet zo kwetsbaar zijn hebben relatief veel patiënten? Zouden we iets moeten ondernemen op een dergelijke onevenredigheid? Ook vragen ze zich af of de gemeentelijke indicatoren om kwetsbaarheid in kaart te brengen, zoals opleiding en inkomen, de juiste zijn. Hugo Rensink vraagt wie van de aanwezigen hierover meer data wil aanleveren en wie hierover gesproken wil worden. Er melden zich drie mensen aan. Wordt vervolgd dus!
1. Actieve huisartsenpraktijken
Huisartsenpraktijk Sarphatipark verwijst veel door. Zij hebben een jong, enthousiast team van huisartsen dat zich bewust is van de sociale kant van de patiënt die binnenkomt. Vorig jaar organiseerde de praktijk in Zuid een voorlichtingsbijeenkomst over WoR waar 40 huisartsen op af kwamen. Hierna stelden ze voor om 1 x per kwartaal op wijkniveau samen te komen om een casus te bespreken. Dit is een vliegwiel geweest. Overigens zijn de meeste doorverwezen mensen hier iets jonger – 50 – dan het stedelijk gemiddelde. Het gaat om mensen die een midlifecrisis of burn-out hebben, of ziek geworden zijn.
Ook huisartsenpraktijk Om de hoek in Noord verwijst veel door.
Er wordt gesuggereerd vanuit Zuidoost om enthousiaste huisartsen in te zetten om andere huisartsen te stimuleren om ook meer gebruik te maken van WoR.
Expats
De laatste 1,5 jaar melden veel expats zich in Zuid. Er volgt een korte discussie of WoR wel bedoeld is voor deze groep. Ze wonen tijdelijk in Amsterdam, hebben een ander aanbod nodig dat bijvoorbeeld Engelstalig is en huisartsen geven aan dat ze de zorg verstoppen.
De expats die zich melden zitten in een dip omdat ze hun draai niet kunnen vinden, bijvoorbeeld omdat ze weinig sociale contacten hebben en/of omdat hun partner een drukbezette baan heeft. Deze groep weet minder goed hoe het in Nederland werkt met huisartsen en de sociale basis. Huisartsenpraktijk Sarphatipark geeft nu eerst een Engelstalige folder en als de patiënt terugkomt, dan koppelt ze diegene aan een welzijnscoach.
In Zuidoost zien ze een toename van internationale studenten van de UvA, die moeten wennen aan de cultuur en maatschappij hier en weinig sociale contacten hebben. Voor deze groep organiseert de welzijnscoach nu specifieke activiteiten zoals een vrimibo met spelletjes.
Hoger opgeleiden
In West worden vaker hoger opgeleiden doorverwezen. Zij haken vaker dan anderen af. De reden hiervoor kan zijn dat het aanbod te laagdrempelig is.
Paramedici
In Zuidoost verwijzen meer paramedici door dan in andere wijken. In juli ’23 organiseerde Civic met Elaa en een fysiotherapeut een bijeenkomst voor paramedici, om ze bekender te maken met WoR, o.a. omdat huisartsen nog weinig doorverwijzen. Dit beviel zo goed dat paramedici sindsdien meer doorverwijzen. Het liep niet meteen storm, het gaf net een extra zet. Eigenlijk willen ze dit vaker doen om contacten warm te houden en nog meer enthousiaste contacten op te doen.
Lees hier het interview met de welzijnscoaches van Zuidoost over de pilot met paramedici.
2. Bewegen met plezier: koploper!
In coronatijd zochten mensen vooral een maatje, en was het maatjesarrangement vaak koploper. Nu is dat Bewegen met plezier. Verklaring: Er zijn in Noord intensieve contacten met de huisartsen waarvan een groot deel Krachtige Basis Zorg heeft en daardoor meer mensen kunnen aanmelden voor WoR. Daarnaast krijgen we veel aanmeldingen vanuit de tweede lijn, we zitten met een Gezond Noord loket in het BovenIJ ziekenhuis en daardoor krijgen we nu ook veel aanmeldingen van specialisten voor Oud Noord.
Ellen Welsing: pilot apothekers in Nieuw-West
De apotheker heeft diverse, wat langere gespreksmomenten met de patiënt, bv als ze de medicatie bespreken. Ook zij zien mensen die eenzaam zijn, slecht kunnen bewegen en/of financiële problemen hebben. Het kan gaan om mensen die niet per se de huisarts bezoeken en/of waar de apotheker een andere relatie mee heeft, bv omdat er iemand achter de balie zit met eenzelfde religieuze achtergrond. Soms komen hier verhalen naar voren die bij de huisarts niet aan bod komen. Wij zetten samen met Buurtteam een pilot op om te zorgen dat ook apothekers met een gerust hart kunnen verwijzen naar WoR of het Buurtteam in de wijk.
In de oosthoek van Amsterdam-Noord, waar het pontje naar het KNSM-eiland heen en weer vaart, staat het houten paviljoen van De VerbroederIJ. Dit café-restaurant met strand, varkensverblijf en moestuin is een goed voorbeeld van een sociaal groeninitiatief waar Welzijn op Recept naar kan doorverwijzen. “Als je met je handen in de grond zit te wroeten, stimuleer je de aanmaak van een gelukstofje in je hersenen.”
8 juli 2024
Brigitte Kuiper is vrijwilligerscoördinator van De VerbroederIJ en De MoestuinderIJ, een kas en tuin waar groenten, fruit, kruiden en bloemen worden geteeld. De MoestuinderIJ bestaat nu zes jaar en is open van februari tot december op dinsdag- en vrijdagochtend. Dan komen oude en nieuwe Noorderlingen van alle leeftijden en uit allerlei verschillende culturen samen in het groen werken.
Bij De MoestuinderIJ zijn de mensen ‘lekker met hun handen bezig’. Ze zaaien zaden, wieden onkruid, bewateren de planten en leren over de verschillende manieren van composteren. Na de oogst gaat de sla naar het restaurant, het snijafval is voer voor de varkens Barry en Rosita,
en wat overblijft verdelen de deelnemers onderling.
Tijdens het moestuinieren vertelt Brigitte hoe je zonder bestrijdingsmiddelen verantwoord eten kunt verbouwen. “Een gezonde bodem zit vol micro-organismen. Als je hiervan groenten eet, voed je je microbioom, de biljoenen bacteriën die samen met virussen, gisten en schimmels in je darmen huizen. De darmen hebben een eigen zenuwstelsel, dat verbonden is met de hersenen. Dus als je met je handen in de grond zit te wroeten, neutraliseer je je lichaam en stimuleer je de aanmaak van een gelukstofje in je hersenen.”
Brigitte Kuiper werkt met Merel Bernardt, de tuincoach die een permacultuuropleiding volgde, en Wendy Rats, de oprichter en coördinator van De VerbroederIJ, die een biodynamische en ecologische opleiding heeft gedaan aan de Warmonderhof. Zij is tevens de sociale coach die de groepsdynamiek begeleidt. Samen zetten zij permacultuur in, een agrarische methode waarbij planten bij elkaar worden geplaatst die elkaar natuurlijk versterken. Door de wisselwerking tussen de verschillende gewassen ontstaat op termijn een duurzaam ecologisch systeem.
Op eenzelfde manier gaan ze met mensen om. “Vanuit ons motto ‘zorg voor jezelf, zorg voor elkaar en eerlijk delen’ proberen we elkaar te versterken. Iedereen heeft talenten en iets te bieden.”
Bij De MoestuinderIJ komen mensen die ervaren dat de natuur ze een goed gevoel geeft én buurtgenoten die vastzitten in patronen waar ze graag uit willen komen, weinig te besteden hebben of gezondheidsklachten ervaren. Brigitte bespreekt altijd met nieuwkomers wat ze leuk vinden om te doen, wat er lichamelijk en/of mentaal mogelijk is en waar De MoestuinderIJ rekening mee kan houden. “Als iemand aangeeft dat hij autistisch is en niet goed tegen omgevingsgeluid kan, dan ga ik helemaal uitpluizen hoe we het zo kunnen regelen dat diegene toch kan shinen!”
Tijdens het werken in de tuin en bij de lunches praat Brigitte met de deelnemers, waarbij haar jarenlange ervaring als maatschappelijk werker goed van pas komt. “We hebben het naast koetjes en kalfjes ook over levensvragen. Informeel, het is hier toch anders dan dat je in een wit kantoor zit.”
Sommige deelnemers wantrouwen officiële instanties. Als iemand op een gegeven moment toch hulp wil zoeken, dan legt Brigitte een kort lijntje met huisartsen en hulpverleners in Amsterdam-Noord. “Altijd met toestemming vooraf en met iemand uit ons netwerk die wij vertrouwen. Alles begint met vertrouwen. Daar investeren wij in. En als iemand al een behandelaar heeft, stemmen we onze adviezen op elkaar af.”
De moestuinders praten ook met elkaar over waar iemand tegenaan loopt in het leven en delen hun persoonlijke ervaringen. Door deze gesprekken en de uitwisseling met Brigitte, Wendy en Merel, ontstaat weer enig perspectief. “De mensen knappen hier echt op, dat is zo leuk om te zien”, vertelt Brigitte. “Op een gegeven moment zien ze zichzelf weer als iemand die wat te bieden heeft. Ze leren accepteren dat ze sommige dingen niet meer kunnen en zien beter in welke mogelijkheden er nog wel zijn.”
In 2018 wonnen Wendy Rats en Tania Spaans een prijsvraag vanuit de gemeente met de vraag: welke sociaal ondernemer heeft een plan voor 3000m2 aan het IJ waar alle buurtbewoners profijt van hebben? Zo ontstond De VerbroederIJ. De strandtent annex moestuin ligt naast de Vogelbuurt, een wijk waar relatief veel mensen in bestaansonzekerheid leven. “Maar in plaats van hun problemen richten wij ons liever op de mogelijkheden die er zijn om er samen wat beters van te maken”, aldus Brigitte.
Sinds 2023 is De MoestuinderIJ een van de groeninitiatieven waar Welzijn op Recept naar doorverwijst, vanuit De kracht van de natuur. Meer weten? Neem contact op met De VerbroederIJ via info@deverbroederij.nl of Met Welzijn op Recept via welzijnoprecept@amsterdam.nl.
Na een leven van werken op de Zuidas, duurzaam ondernemen, surfen, snowboarden en reizen over de wereld zoekt Kirsten Kramer door de steek van een insect noodgedwongen de vertraging en de natuur op. Nu begeleidt ze De kracht van de natuur voor Welzijn op Recept.
8 juli 2024
Op een grijze ochtend in juni 2018 loopt Kirsten een rondje hard over het strand van Terschelling. Ze is net terug uit Brazilië, waar ze vijf jaar woonde in Rio de Janeiro en genoot van de zee, de stranden, watervallen, jungle en de muziek. Nu is ze terug in Nederland en werkt als Aanjager Duurzaamheid bij de gemeente Terschelling.
Aan het eind van haar hardloopronde neemt ze plaats op de top van de Seinpaalduin om te mediteren, als ze een steek voelt. “Ik zag de vliegen zitten op mijn linkerbeen”, herinnert ze zich. “Daarna ging het steeds minder goed met me.” Ze komt haar huis vrijwel niet meer uit. De trap oplopen kost grote moeite en zelfs binnen is het daglicht zo fel dat ze een zonnebril draagt.
De huisarts zegt: “kom maar terug als het erger wordt.” Hij denkt dat ze misschien te druk is. Dat klopt ook wel omdat ze in die tijd haar eigen bedrijf aan het opzetten is. Maar als ze voor werk naar Athene gaat en ‘s-avonds de borrel op het dakterras afslaat weet ze: hier klopt echt iets niet.
Pas in september van dat jaar blijkt dat Kirsten de ziekte van Lyme heeft. Om haar lichaam zo sterk mogelijk te maken verandert ze radicaal haar eetpatroon. Ze houdt zich aan een strikt biologisch dieet, zonder gluten, lactose en zonder alchohol. Ze zoekt uit welk eten haar immuunsysteem versterkt en gaat haar eigen groenten verbouwen.
In deze tijd ligt ze dagenlang op bed en krijgt ze twee jaar lang een antibioticakuur, waarvan een jaar aan een infuus. Ze probeert allerlei therapieën uit en benadert diverse dokters voor hulp. Dat helpt enigszins, maar geneest haar niet.
Kirsten wil er wel weer op uit en haar conditie opbouwen. Daarom besluit ze om een hond te nemen. “Hoe ga je dat doen?”, vragen vrienden en familie zich af. “Je kan een paar honderd meter lopen.” Maar zelf gelooft ze dat dit precies is wat ze nodig heeft. “Als je pijn hebt en de rest van de wereld gaat gewoon door, dan kan je je echt alleen voelen”, vertelt ze.
Haar beslissing pakt boven verwachting goed uit. Op haar telefoon laat Kirsten een kuithoog zwartharig hondje zien, dat voor haar op een bospad loopt. “Door Lavendel leerde ik opnieuw lopen. Ik ga er nu elke dag even uit en ontmoet andere mensen met wie ik een praatje maak. Ze is gewoon altijd bij me, ik kan echt niet zonder haar.”
Al wandelend ontdekt ze de natuur. De bomen en planten brengen haar rust en inspireren haar. “Ik haal er veel lol uit om te zien hoe eenzelfde plek in het bos of de rivier van tijd tot tijd verandert, en hoe de lente altijd terugkeert.” Ze raadt iedereen aan om tijd in de natuur door te brengen. “Je hoeft niet eens onder de mensen te zijn. De ritselende bladeren en vogelgeluiden om je heen zijn al genoeg. Als je vertraagt en de kleinste details opzoekt, voel je dat je onderdeel uitmaakt van een groter geheel, dat moeder Aarde je draagt.”
Door Kirstens ziekte en de positieve impact die de natuur op haar heeft, besluit ze haar ervaringen toe te passen in haar werk. Ze wordt projectleider Buurtgroen bij de gemeente Amsterdam en werkt tegenwoordig ook als projectleider van De kracht van de natuur voor Welzijn op Recept. Hierbij probeert ze het beleidskader van De Amsterdamse Groenvisie en de Sociale Basis dichterbij elkaar te brengen.
De kracht van de natuur is er voor mensen die om verschillende redenen vastlopen in het leven en houden van tuinieren of op een andere manier genieten van de natuur. “Ik geloof dat we ziektes kunnen verminderen en de sociale cohesie kunnen vergroten als we onszelf als onderdeel van de natuur zien”, zegt ze.
De afgelopen maanden inventariseerde het projectteam allerlei (moes)tuinen en natuurworkshops in Amsterdam, die kansrijk zijn om mensen weer op weg te helpen in het leven. Kirsten maakt deze initiatieven vanuit haar rol zichtbaarder binnen de gemeente en bij welzijnsorganisaties, zodat welzijnscoaches hier makkelijker naar kunnen doorverwijzen. “Wat Welzijn op Recept aanbiedt komt heel erg overeen met wat ik mezelf heb voorgeschreven: wandelen in de natuur, met je handen in de aarde zitten, uitzoeken hoe je eten doorwerkt in je gezondheid. Hoe mooi is het dat andere mensen dit niet allemaal zelf hoeven uit te zoeken? Van De kracht van de natuur wordt nog weinig gebruikgemaakt, maar geloof me: de natuur heelt.”
Lekker met je handen in de aarde wroeten. Natuurwandelingen op blote voeten of egels spotten in het park. Heeft natuur een helende werking? Jazeker. En daar kunnen meer mensen gebruik van maken. Ook via Welzijn op Recept.
3 mei 2024
In 2023 startte de pilot De kracht van de natuur. Het projectteam stelde een lijst samen van de groeninitiatieven die er in Amsterdam zijn. Deze (moes)tuinen en natuurworkshopaanbieders zijn namelijk kansrijk voor deelnemers van Welzijn op Recept met een voorliefde voor tuinieren of die op een andere manier genieten van de natuur.
“Als je buiten beweegt in het groen, dan werkt dat stresverminderend. Letterlijk met je handen in de aarde zitten, geeft je rust. Plus de natuur prikkelt je zintuigen”, vertelt Kirsten Kramer, die De kracht van de natuur in Amsterdam begeleidt. “Als je je verdiept in de details van een plantje, dan helpt dat om je in het hier en nu terug te brengen. En als je dit samen met anderen doet, dan smeedt dat een band.”
Juist als je in contact staat met de natuur, voel je dat je onderdeel uitmaakt van iets groters dan jezelf. Je voelt dat je er mag zijn en ertoe doet.
De kracht van de natuur loopt door in 2024. Het sluit aan op de Amsterdamse Groenvisie. Hierin voorziet de gemeente om samen met haar bewoners de stad te vergroenen. Een groene omgeving met voldoende ontmoetingsplekken, prikkelvrije zones en rustpunten tussen huis en voorzieningen in, moedigt bewoners aan om te bewegen, elkaar te ontmoeten en samen het initiatief te nemen voor een prettige, leefbare buurt, waarin bewoners naar elkaar omzien.
Let wel, het ene groenproject is de andere niet. Welzijn op Recept zoekt met name initiatiefnemers met een sociale blik, die aandacht hebben voor en kunnen geven aan buurtgenoten die dat nodig hebben. Zeker in het begin van een traject. Andere aspecten die na onderzoek belangrijk bleken voor deelnemers zijn de bereikbaarheid van de locatie, de schaalgrootte en of het initiatief op vaste tijden activiteiten organiseert, waarin ze met de deelnemers samen optrekken.
De komende maanden inventariseert het projectteam de lijst met verzamelde initiatieven. Zo krijgen potentiële deelnemers, welzijnscoaches en andere collega’s een duidelijk overzicht van de mogelijkheden van de Kracht van de Natuur.
Meer weten? Mail welzijnoprecept@amsterdam.nl
In mei start de Masterclass palliatieve zorg. Tien bijeenkomsten voor medewerkers van buurteams, maatschappelijk werkers en welzijnscoaches over hoe je iemand ondersteunt die niet meer beter wordt. “Er is niet alleen sprake van verlies, er is ook hoop.”
3 mei 2024
Als je niet meer beter wordt, kun je palliatieve zorg krijgen. Bijvoorbeeld als je een ongeneeslijke ziekte onder de leden hebt als kanker, COPD, ALS, Parkinson, dementie, een beroerte of hartfalen. Of omdat je vanwege ouderdom in de laatste fase van je leven terechtkomt. De (medische) behandeling richt zich op het voorkomen en verminderen van klachten en problemen. Palliatief betekent verzachtend. Palliatieve zorg krijg je tot en met je sterven.
Als je te horen krijgt dat je chronisch of levensbedreigend ziek of kwetsbaar bent, dan heeft dat invloed op alle aspecten van je leven. Naast je gezondheid raakt het je psychische welbevinden, je sociale omgeving – partner en dierbare naasten – en roept het vragen op rondom de zin van het leven.
“In deze levensfase voer ik als palliatieve zorg verpleegkundige bij Cordaan, gesprekken over wat mensen belangrijk vinden, nog kunnen en willen in het leven”, licht Nanette Evenhuis toe, een van de docenten van de masterclass. “De een schrijft dat lang vooruitgeschoven boek, een ander regelt bezoek van een nicht uit de Verenigde Staten of denkt na over hoe het contact met kinderen kan worden hersteld.”
Medewerkers van buurteams, maatschappelijk werkers en welzijnscoaches die bij mensen thuiskomen, krijgen ook te maken met personen die een levensbedreigende aandoening hebben of op hoge leeftijd zijn. Dan is het waardevol als je een gesprekspartner bent die kennis heeft van wat er in deze fase op ze afkomt en meedenkt over hoe ze de laatste jaren, maanden of dagen, zo prettig mogelijk doorkomen.
De masterclass geeft informatie over wat de palliatieve fase van iemands leven inhoudt. Mensen kunnen nog jaren leven, al overlijden ze uiteindelijk wel als gevolg van de aandoening. Daarnaast behandelen de docenten vragen als: Welke problemen kan ik verwachten en naar wie kan ik doorverwijzen? Ze nemen misvattingen weg en informeren over richtlijnen en protocollen rondom het gebruik van morfine, euthanasie en sedatie. Ook staan ze stil bij zelfzorg. Een (plotseling) overlijden heeft impact op naasten en zorgverleners die zich actief inzetten voor iemand. Hoe blijf je goed voor jezelf zorgen?
Op het moment dat medewerkers van buurtteams, maatschappelijk werkers en welzijnscoaches beter weten wat de palliatieve fase van iemands leven inhoudt en wat een palliatieve zorg verpleegkundige, de huisarts en andere betrokken zorgverleners doen, dan werk je makkelijker samen en verbetert de zorg.
Kijk Cordaan Talks #einde waarin Nanette Evenhuis spreekt met een van de mensen die bij haar in behandeling is.
Masterclass palliatieve zorg
10 bijeenkomsten, waarvan er momenteel 8 gepland staan in de stadsdelen Noord, Zuidoost, Oost en Zuid. Uitnodigingen volgen binnenkort per stadsdeel.
Georganiseerd door Netwerk Palliatieve Zorg Amsterdam Diemen
Aangeboden door de gemeente Amsterdam
Aanmelden kan al via: secretariaat@npza.nl
Praten over de dood, dat is toch onnodig? De eerste generatie migranten raakt op leeftijd en vertrouwt erop dat als het eenmaal zover is hun kinderen de juiste keuzes maken. Maar wat is juist en voor wie?
3 mei 2024
Wrijving tussen familieleden aan het ziekenhuisbed over de wensen van degene die overlijdt. Dat kun je voorkomen. Althans, daar zet Samira Laaboudi, ervaringsdeskundige en gezondheidsvoorlichter van de Stichting Gezondheid Allochtonen Nederland, zich voor in. De komende maanden trekt ze door Amsterdam met de voorlichtingsbijeenkomst Weet wat u wil.
“Stel dat je uitbehandeld bent, hoe wil je dan je laatste fase doormaken? Beschik je over een wilsverklaring, testament of donorcodicil?” vraagt Samira altijd aan de groep, die ze in het Berbers, Arabisch of Marokkaans aanspreekt. Ze noemt specifiek deze drie documenten, want regelmatig blijkt dat men hier geen weet van heeft of het nog niet heeft geregeld.
Vervolgens legt ze uit wat er allemaal mogelijk is in Nederland en moedigt de aanwezigen aan om met de partner en/of kinderen vragen te bespreken die mogelijk op ze af komt. Behoeft degene wel of geen reanimatie? Waar wordt iemand begraven? In het land van herkomst of op een moslimbegraafplaats in Nederland? Is er nagedacht over een hospice, euthanasie en/of sedatie? Het kan zijn dat een arts hiernaar vraagt. Als dit onbesproken blijft, dan stelt dat familieleden en de arts voor een dilemma: wat te doen als iemand zich niet meer kan uiten?
Bij de voorlichting is ook geestelijk leider Ahmed El Alili aanwezig, die alle vragen rondom het islamitisch geloof beantwoordt. Een van de belangrijkste zaken is dat moslims niet geheel verdoofd mogen zijn als hun dood nadert. Dan zijn ze niet in staat om de sjahada, getuigenis, uit te spreken. De laatste woorden voordat God hen ontvangt. Ahmed legt uit dat ook dit bespreekbaar is met de arts.
“De meeste mensen zijn bang voor de dood”, vertelt hij. “We willen nog lang leven, zeggen ze. We hoeven er niet over te praten, de kinderen regelen het wel.” Samira vult aan: “Terwijl de laatste fase juist erg mooi en waardevol kan zijn, en het veel onrust weg kan nemen als je er wel over praat.” Daarom houdt ze de voorlichtingsbijeenkomst niet alleen voor de ouderen, maar ook voor mantelzorgers en kinderen.
Na de eerste bijeenkomst komt Samira meestal na een poos nog eens terug. Om te vragen of er thuis over gesproken is. Soms blijkt het merendeel van de groep dit gedaan te hebben. Soms valt het tegen. Dan pakt ze er een speciaal kaartspel bij, ‘De dood in de pot’ heet het, en probeert het nog eens op een andere manier.
Vragen? Mail Samira via sam.laaboudi@live.nl.
Zie ook https://www.sgan.nl
Naast een aantal huisartsen zijn ook paramedici in Zuidoost enthousiast over Welzijn op Recept. Zo ontstond het plan om actiever samen te werken. Maar hoe vind je elkaar en wat steek je ervan op?
3 mei 2024
In juli 2023 organiseerde welzijnsorganisatie Civic samen met een fysiotherapeut en Elaa een kennismakingsbijeenkomst voor ergotherapeuten, diëtisten, fysiotherapeuten en welzijnscoaches. De coaches lichtten toe wat het werk van Welzijn op Recept inhoudt. Daarna gingen de aanwezigen met vraagstellingen aan de slag om te ondervinden waar het werk van de een ophoudt en dat van de ander begint. Zodat je elkaar aanvult en ieder zijn tijd zinvol besteedt. Vragen die aan bod kwamen waren bijvoorbeeld: Wie draagt een maatje aan? Of: wie helpt iemand om zijn tuinspullen weer vast te houden zodat hij kan tuinieren?
Ook bespraken ze waar zorgverleners in de praktijk tegenaanlopen. Ergotherapeut Rosa Jonk komt meestal bij de mensen thuis, spreekt ze ruim een uur en ziet ze elke twee weken. Dan hoort ze wat er naast de lichamelijke klachten nog meer speelt. Rosa: “Er is in Zuidoost bijvoorbeeld een groep oudere mensen, wiens sociale netwerk na het pensioen of overlijden van de partner is weggevallen. Zij ondernemen graag activiteiten, maar durven er niet alleen naar toe te gaan of weten niet waar ze moeten beginnen met zoeken.”
“Als eerstelijnshulpverlener kan ik maximaal 10 uur per kalenderjaar aan een patiënt besteden. Dan is er niet veel ruimte om actief op zoek te gaan naar een activiteit die bij iemand past. Bovendien, zo weet ik nu, is de welzijnscoach veel beter op de hoogte dan ik van het aanbod in de wijk.”
“Dit aanbod verandert ook steeds”, licht welzijnscoach Irith Sy toe. Het is een kwestie van veel initiatieven in de buurt bezoeken en bellen, bellen, bellen om te horen welke activiteiten er (nog) zijn. “Er zijn soms pareltjes in de wijk, die niet alles netjes op een website hebben staan.”
“Het is overigens niet zo simpel als iemand een flyer in de hand drukken en zeggen: veel plezier ermee”, gaat Irith verder. Mensen zijn wantrouwig naar officiële instanties toe, bijvoorbeeld naar aanleiding van de toeslagenaffaire, schamen zich voor hoe hun huis eruitziet waardoor ze liever niemand ontvangen of ervaren geldproblemen. “Laatst was er een mevrouw die graag wilde leren koken, dus we boden haar een maatje aan die met haar naar de markt kon gaan. ‘Dan moet je wel even wachten tot ik weer geld heb!’ riep de vrouw uit.” Rosa beaamt dat geldproblemen in dit stadsdeel regelmatig voorkomen. En dat er veel verschillende culturen naast elkaar wonen, waarbij sommige mensen minder makkelijk afstappen op iemand uit een andere sociale kring.
Irith: “We hebben als welzijnscoach oog voor ieders persoonlijke situatie, kennen veel gratis activiteiten en nemen mensen echt bij de hand. Daarom zoeken we ook naar activiteitenbegeleiders die de deelnemers warm ontvangen. Het gaat om een hele specifieke doelgroep. Sommige mensen zijn al jaren niet meer naar een sociale activiteit buiten de deur geweest. Dan is het extra belangrijk dat er iemand is die aandacht voor ze heeft en dit proces begeleidt.”
Andersom is de ergotherapeut voor de welzijnscoach van meerwaarde. Zo was er het voorbeeld van een ‘echt oud echtpaartje’ dat graag wilde wandelen, maar niet goed durfde omdat ze bang waren dat ze zouden vallen. Het duurde even voordat Irith een vrijwilliger vond die voldoende medische kennis had om met hen mee te gaan.
Rosa legt uit dat ze met de ouderen kan bespreken waar de valangst vandaan komt en de vrijwilligers en ouderen een training valpreventie kan geven, zodat de kans dat ze vallen zo klein mogelijk wordt. “Zodra een welzijnscoach een activiteit gevonden heeft voor de deelnemer en de vraag komt: hoe zorgen we ervoor dat deze mevrouw of meneer dit ook daadwerkelijk kán doen, speel ik weer een rol.”
Na de bijeenkomst van afgelopen zomer zagen Irith en de pas aangestelde welzijnscoach Haznya Blijd het aantal doorverwijzingen via de ergo- en de fysiotherapeut flink toenemen. Ze schatten in dat nu zo’n 30% van de mensen via de paramedici komt.
Voor de toekomst zijn ze het erover eens dat er nog een bijeenkomst wenselijk is. Want als je elkaar eenmaal gezien en gesproken hebt, dan verwijs je gemakkelijker door. Dat merkt de deelnemer ook. Als de doorverwijzer vertrouwen heeft in een welzijnscoach, dan is het makkelijker voor de deelnemer om de nieuwe persoon te vertrouwen.
“Hiernaast kan meer communicatie bijdragen aan het versterken van de samenwerking, bijvoorbeeld in de vorm van een mailing met actuele activiteiten en thema’s die spelen, zoals kunst en cultuur, groen en de training Aandacht voor mij, bedoeld om in acht bijeenkomsten vrouwen bewuster van hun rol in het gezin en zelfredzamer te maken ”, noemt Haznya. “Of via de wijktours, waarbij we langs buurtinitiatieven gaan, zoals we met de huisartsen doen.”
“Laten we betrokken blijven bij elkaar”, besluit Rosa. De ergotherapeuten komen bij de mensen thuis en praten over waar angsten en problemen vandaan komen. En de welzijnscoaches activeren de deelnemers, trekken ze weer naar buiten, waar ze hun netwerk kunnen verstevigen. Rosa: “Er zijn te veel mensen in Zuidoost die op zichzelf zijn aangewezen en niet zo goed voor zichzelf zorgen. Iedereen leidt zijn eigen leven. Samen helpen we ze weer op weg.”
Op de hoogte blijven van mogelijke nieuwe bijeenkomsten met paramedici? Vragen? Mail naar welzijnoprecept@amsterdam.nl.