nieuws

Aandacht voor mij

 

De succesvolle pilot Aandacht voor mij van Vrouwen Vooruit breidt uit naar Zuidoost en Oost. De nieuwe kwartiermaker van de doorontwikkeling van Welzijn op Recept in Amsterdam, Maaike Riemersma, neemt deze taak op zich. Zij onderzoekt: hoe werken de welzijnscoach, huisarts en informele zorg nog beter samen?

30 januari 2024

 

Wat houdt je werk als kwartiermaker in?

Die term komt oorspronkelijk uit het leger. Militairen gebruiken het voor de troepen die vooruitgaan en voorbereidingen treffen, voordat de rest van de groep arriveert. In de praktijk zet ik kansrijke projecten op die voornamelijk gericht zijn op duurzame samenwerkingen tussen het medische en het sociale domein, en daarbij ook het informele circuit. Ik ken de praktijk goed. Naast kwartiermaker werk ik deels als praktijkondersteuner GGZ bij twee huisartsen en als leidinggevende in de GGZ bij ARKIN.


Waar gaat Aandacht voor mij over?

Dit programma is in 2019 en 2021 ontwikkeld door Annemiek Winder van Vrouwen Vooruit, met steun vanuit stadsdeel Amsterdam-West. Het richtte zich op een groep migrantenvrouwen die met lichamelijke klachten als rugpijn of moeheid telkens opnieuw in de wachtkamer van de huisarts zaten, omdat bij een doorverwijzing de specialist niets concreets vond. Winder merkte op dat hun problemen steeds groter werden omdat ze weinig buitenshuis kwamen en vrijwel geen contact hadden met andere mensen.

Aandacht voor mij bestaat uit een trainingsprogramma van zes bijeenkomsten van twee uur. De trainers moedigen de vrouwen aan om in beweging te komen en meer zelfredzaam zijn. Het is een soort collectief Welzijn op Recept. Inmiddels loopt dit al geruime tijd met positieve resultaten. Daarom wil de gemeente dit ook in andere stadsdelen aanbieden. Komend jaar gaan we van start in Zuidoost en Oost, in nauwe samenwerking met huisartsen en sleutelfiguren. Daarna volgen Noord en Nieuw-West (met een mannengroep).

Voor wie is het bedoeld?

Voor mensen van verschillende leeftijden en culturen. De deelnemers komen over het algemeen uit meer ‘wij-gerichte’ gemeenschappen. Zaken als voor jezelf opkomen, grenzen aangeven, onafhankelijkheid en zelfontwikkeling, zijn voor hen minder vanzelfsprekend. Terwijl goed voor jezelf zorgen, tijd maken voor jezelf en iets leuks doen, belangrijk zijn voor herstel en een goede gezondheid. Het begon met een groep vrouwen, maar het programma is er voor iedereen die dat nodig heeft. 

 
Om welke voorlichting gaat het?

De deelnemers krijgen bijvoorbeeld workshops over hoe je stress vermindert en wat het belang van bewegen en een gezonde voeding is. Ook krijgen ze assertiviteitstraining en allerlei activiteiten aangeboden. De trainers variëren van diëtisten, fysiotherapeuten, mensen van de GGZ en psychologen.
Het programma verbindt de formele zorg, van paramedici en huisartsen, met de informele zorg, van sleutelfiguren uit de eigen wijk en cultuur. Het contact met deze ervaringsdeskundigen helpt enorm. Zij zitten heel dicht op de belevingswereld van de deelnemers en houden contact met diegenen die af willen haken, bijvoorbeeld omdat de deelnemer de trainer niet goed begrijpt of omdat er te weinig tijd is. Daarom maken we samen met sleutelfiguren het programma.
 

Hoe zie je de rol van de welzijnscoach hierbij?

Welzijnscoaches zijn betrokken bij de start van het programma Aandacht voor mij in een nieuwe wijk. Zij kunnen ook deelnemers aandragen. Welzijnscoaches passen goed bij het programma omdat ze over het algemeen op een invoelende manier praten met de mensen met wie ze werken. Patiënten of deelnemers zijn voor hen op de eerste plaats mensen. Het werk van de welzijnscoach zie ik als het verleiden van mensen tot een fijner leven, met aandacht voor elkaar.
Na afloop van de trainingen evalueren we de resultaten en als de uitkomst positief is, dan draag ik de coördinatie over aan een welzijnscoach, die de verbindende factor is tussen de huisarts en het sociale domein. Zo werken we aan duurzame samenwerkingsverbanden en bereiken we zoveel mogelijk hulpbehoevenden.
 

Hoe werk je aan de verbetering van de rol van de welzijnscoach?

De welzijnscoach heeft een mooie functie als spin in het web. Vanuit mijn werk als praktijkondersteuner bij een huisarts weet ik goed wat er speelt. Ik zie waar huisartsen, praktijkondersteuners én welzijnscoaches tegenaanlopen. Mijn werk als kwartiermaker richt zich er vooral op hoe we de samenwerking beter inrichten. Op zo’n manier dat we elkaars expertise optimaal benutten en niet het werk doen dat beter bij een andere rol past.

We bespreken bijvoorbeeld hoe vaak casuïstiek overleg plaatsvindt tussen de huisarts en de welzijnscoach. Hoe dat eruitziet, zodat de huisarts de patiënten neemt, waar de welzijnscoach niet voor is opgeleid. En welke training een coach nodig heeft om de juiste kennis te vergaren. Uit mijn verkenningen rolt een advies en een opleidingsplan, zodat we welzijnscoaches kunnen toerusten op hun toekomstige werk.
 

Waar loop je in de praktijk het meest tegenaan?

Er is vooral een behoefte aan tijd. De huisartsen hebben structureel te weinig tijd en de praktijkondersteuner vangt veel patiënten op. Je kunt natuurlijk nooit alle zorgen wegnemen van een patiënt, maar met de juiste aanpak kan je misschien wel de eenzaamheid van iemand doorbreken, een luisterend oor hebben of zorgen dat iemand in beweging komt.

Ik zie in de praktijk dat de huisarts en de welzijnscoach elkaar vinden wanneer dat nodig is en ik hoop dat dat nog beter wordt. Dat de lijnen kort zijn, ze weten welke rol wie het beste past en samen de zwaarste casussen dragen. Dan voegt mijn werk echt iets toe aan de kwaliteit van leven van de Amsterdammer.